1 Koningen 16:13

SVOm al de zonden van Baesa, en de zonden van Ela, zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden doen zondigen, tot toorn verwekkende den HEERE, den God Israels, door hun ijdelheden.
WLCאֶ֚ל כָּל־חַטֹּ֣אות בַּעְשָׁ֔א וְחַטֹּ֖אות אֵלָ֣ה בְנֹ֑ו אֲשֶׁ֣ר חָטְא֗וּ וַאֲשֶׁ֤ר הֶחֱטִ֙יאוּ֙ אֶת־יִשְׂרָאֵ֔ל לְהַכְעִ֗יס אֶת־יְהוָ֛ה אֱלֹהֵ֥י יִשְׂרָאֵ֖ל בְּהַבְלֵיהֶֽם׃
Trans.’el kāl-ḥaṭṭō’wṯ ba‘əšā’ wəḥaṭṭō’wṯ ’ēlâ ḇənwō ’ăšer ḥāṭə’û wa’ăšer heḥĕṭî’û ’eṯ-yiśərā’ēl ləhaḵə‘îs ’eṯ-JHWH ’ĕlōhê yiśərā’ēl bəhaḇəlêhem:

Algemeen

Zie ook: Baesa (koning), Zonde

Aantekeningen

Om al de zonden van Baesa, en de zonden van Ela, zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden doen zondigen, tot toorn verwekkende den HEERE, den God Israels, door hun ijdelheden.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

אֶ֚ל

Om

כָּל־

al

חַטֹּ֣אות

de zonden

בַּעְשָׁ֔א

van Báësa

וְ

-

חַטֹּ֖אות

en de zonden

אֵלָ֣ה

van Ela

בְנ֑וֹ

zijn zoon

אֲשֶׁ֣ר

waarmede

חָטְא֗וּ

zij gezondigd hadden

וַ

-

אֲשֶׁ֤ר

en waarmede

הֶחֱטִ֙יאוּ֙

hadden doen zondigen

אֶת־

-

יִשְׂרָאֵ֔ל

zij Israël

לְ

-

הַכְעִ֗יס

tot toorn verwekkende

אֶת־

-

יְהוָ֛ה

den HEERE

אֱלֹהֵ֥י

den God

יִשְׂרָאֵ֖ל

Israëls

בְּ

-

הַבְלֵיהֶֽם

door hun ijdelheden


Om al de zonden van Baesa, en de zonden van Ela, zijn zoon, waarmede zij gezondigd hadden, en waarmede zij Israel hadden doen zondigen, tot toorn verwekkende den HEERE, den God Israels, door hun ijdelheden.


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!